Maar nu, nu zullen w’ ons verblijden,
verblijden voor Uw aangezicht!
De volheid der beloofde tijden
is voor de volken aangelicht!
Komt, dat w’ aanbiddend nederknielen
en juichend roepen: God is groot!
Daar komt een oogsttijd voor de zielen,
de Heer’ zal spijzen met Zijn brood.