Gij zijt rechtvaardig, heilig, goed, bij reinen wilt Gij wonen. Hem, die Uw wil met vreugde doet zult G’ ook met vreugde kronen. Gij hebt d’ onsterf’lijkheid alleen, hoogst zalig zijt G’ in eeuwigheen, o rijke bron van vreugde!