O, Heer’ mijn God, wanneer ik in verwondering
de wereld zie die U hebt voortgebracht.
Het sterrenlicht, het rollen van de donder,
heel dit heelal, dat vol is van Uw kracht.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer’ mijn God:
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer’ mijn God:
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!