2
“Laat kind’ren komen”, zo klonk Zijn stem.
Spring op van vreugd, verblijd u in Hem;
o, luister naar die lief’lijke stem:
toef langer niet, maar kom!
KOOR
Heerlijk, heerlijk klinkt de vreugdetoon
van de zaal’gen, juichend bij Gods Zoon;
als zij vergaad’ren rondom de troon,
daar waar de eng’len staan.