Leid, vriend’lijk Licht, mij als een trouwe wacht – vs. 2
Niet immer sprak mijn ziel zo stil tot U:
‘Leid Gij mij voort!’
Ik liep mijn weg bij eigen licht, maar nu:
leid Gij mij voort!
Mijn zonlicht zonk, maar ach, mijn hoogmoed liet
mijn hart geen rust en ‘k vond Uw vrede niet.