Liefde, met wat medelijden
zaagt Gij Adams kind’ren aan!
Voor die zondaars woudt Gij strijden,
om hen van de vloek t’ ontslaan.
Ja, Gij storttet bloed en tranen
in het bang Gethsemané,
om voor ons de weg te banen
naar ’t gewest van rust en vree.