Op bergen en in dalen – vs. 3

Gij, aardrijks bont gewemel,
al wat in ’t water leeft,
of onder Zijne hemel
hoog in het luchtruim zweeft,
gij, alle Zijne werken,
ontdekt, bij dag en nacht,
in ’t voeden, hoeden, sterken
de goedheid Zijner macht.

  • M70
  • M80
  • M110
  • M120
Gezangenboek.nl

Gezangenboek.nl