Zeg niet, o sterv’ling, zeg niet meer:
‘Mijn weg is donker voor de Heer’,
mijn recht is voor Gods ogen
met duisternis omtogen.’
O, weet het nu, erken het luid:
Gods arm wordt door geen macht gestuit,
wordt nimmer mat of moede;
Hij schenkt de sterkte, Hij de kracht,
en neemt, tot alles is volbracht,
u in Zijn Vaderhoede!