In Uw hoede zijn wij wel geborgen,
en schoon eerlang ’t oog ons breek’,
open gaat het op de grote morgen
na deez’ aardse lijdensweek.
Welk een dag der ruste zal dat wezen,
als w’ onsterf’lijk, uit de dood verrezen,
knielen voor Uw dankaltaar!
Amen, Jezus, maak het waar!